Afbeelding

Column Hanneke Marcelis: 'Filefrustraties 2.0'

Door: Hanneke Marcelis Algemeen

Op columns krijg je altijd reacties. Ik heb al menig felicitatie voor mijn nieuwe huis ontvangen. En ook het gedoe van surprises knutselen was voor velen herkenbaar. Maar geen enkele column raakte zo'n snaar als de filefrustraties. (Voor de minder trouwe lezers: het was een klaagzang over dat eeuwige geduw op het rempedaal van mijn mede-forensen zodra er één druppel regen de ruit raakt en de zon langzaam aan de horizon verdwijnt). Maar ondanks de schouderklopjes over hoe treffend ik de bloedirritante situaties in het verkeer op papier zette, heb ik sinds kort toch mijn mening bijgesteld. Dus daarom hier Filefrustraties 2.0.

Recentelijk reed ik namelijk weer één van de frustrerende routes terug naar huis, met een donkere lucht en regen die op de ramen tikte. Denkend aan het eten wat thuis op mijn bord koud lag te worden, reed ik op de A58. De weg werd zoals gewoonlijk felverlicht door alle remlichten om mij heen. Regelmatig stond ik vijf minuten stil in een file, die dan uit het niets oploste. Steeds kon ik even weer doorrijden en groeide de hoop dat mijn vertraging misschien toch mee zou vallen. Maar steeds kwam ik weer terecht in zo'n zinloze remfile, zonder dat er iets was gebeurd. Totdat er wel iets gebeurde. Want terwijl ik even naar de baan naast me keek, lichtten alle remlichten voor me weer uit het niets op. Allemaal. Behalve de mijne.

Het was een gigantische klap. En met de de rook die mijn auto vulde. Met de glassplinters die op het dashboard vielen. Met de airbags die ontploften in mijn gezicht, bereikten mijn filefrustraties het ultieme hoogtepunt. Rillend in de regen moest ik wachten op de sleepwagen die mijn auto, en die van twee anderen, van de weg kwam halen. En ondertussen keek ik toe hoe er langzaamaan een echte file ontstond. Mijn avondeten was koud. Mijn auto total-loss. En mijn filefrustraties voor altijd verdwenen.

Deze week kwam ik weer een kwartier te laat aan op kantoor. Het was een donkere ochtend. Ik veegde de regendruppels van mijn jas, terwijl mijn collega kort een blik op zijn horloge wierp. 'File?' 'File'. Hij knikte instemmend. 'Er waren veel ongelukken gebeurd zeker?' 'Drie'. En zonder enige frustratie zakte ik neer in mijn bureaustoel. Want zolang ik er daar niet één van ben, maakt heel die file me niets meer uit.[l]



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief