Omnibus richt Bossenburgh in

VLISSINGEN – Welke plekjes in Bossenburgh vind ik leuk en welke niet? Als ik zelf mijn woonwijk mocht inrichten, hoe ziet die er dan uit? Met deze vragen hielden negen leerlingen uit groep 7/8 van basisschool De Omnibus uit Vlissingen zich afgelopen donderdagmiddag bezig. In de bibliotheek van hun school namen zij deel aan de workshop Living Child Lab.

De workshop is onderdeel van een onderzoek van Anouk Langeveld. Zij is ontwerper Stad & Landschap en volgt een master Gebiedsontwikkeling en Stedelijke Vernieuwing. “Ik houd me bezig met de inrichting van woonwijken”, legt Langeveld uit. “Bij zulke processen zijn altijd meerdere partijen betrokken, zoals de gemeente en buurtbewoners en het is voor hen vaak lastig om tot elkaar te komen”, legt Langeveld uit. “Ik bedenk daarom een concept om dit probleem op te lossen. Door middel van co-creatie test ik een aantal samenwerkingsvormen tussen betrokken partijen uit. Deze workshop is dus een soort proef.”

Historisch

Langeveld klopte zelf bij de directie van De Omnibus aan met de vraag of de school haar wilde helpen bij haar onderzoek. “Ik ben een tijdje gedetacheerd geweest bij de gemeente Vlissingen als beleidsmedewerker Stedenbouw. Bovendien is Bossenburgh een historische wijk. Dat maakt het interessant voor mijn onderzoek.” Langeveld is blij met de input van de leerlingen. “Het levert veel op. De manier waarop de kinderen samenwerken met externe partijen en hoe ze tegen hun eigen woonwijk aankijken is belangrijke informatie voor mijn onderzoek.”

Lego

De leerlingen van groep 7/8 genoten met volle teugen van de workshop. Dat zagen ook wethouder Els Verhage en beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Els Jasperse van de gemeente Vlissingen. De workshop bestond uit twee sessies. Tijdens het eerste gedeelte zetten de kinderen op papier welke plekken in Bossenburgh zij wel en niet leuk vonden. Met behulp van Lego en tekeningetjes maakten zij dit op een plattegrond van de wijk visueel. Negatief waren in hun ogen vooral de plaatsen waar veel hondenpoep ligt en jongeren rondhangen. De plekken waar bomen, mooie auto’s of speelruimten te vinden waren, beschouwden de kinderen juist als positief.

Speelruimte

De tweede sessie van de workshop bestond uit het ontwerpen van de ideale woonwijk. Dit vonden alle leerlingen het leukste onderdeel. “Je bepaalt lekker zelf wat er wel in Bossenburgh komt en wat niet”, zei Edin (11). “In mijn ideale woonwijk zijn bijvoorbeeld geen hangjongeren te vinden.” Bij klasgenoot Dean ziet Bossenburgh er totaal anders uit. “Ik vind het belangrijk dat er grote huizen en veel speelplaatsen voor kinderen zijn.” De 10-jarige scholier heeft ook veel van de workshop geleerd. “Je denkt met anderen na over de inrichting van de wijk. Iedereen heeft daar een eigen mening over. Dat moet je accepteren.”

BIJDRAGE MARIJN RIEMENS