Het ringlopen stoomt de jeugd klaar voor het 'echte werk'.
Het ringlopen stoomt de jeugd klaar voor het 'echte werk'. Foto: Rianne Lous

Zeeuwse Ringrijders Vereniging bestaat 70 jaar

Door: Britta Janssen Algemeen

WESTKAPELLE – In het museumcafé van Dijk- en Oorlogsmuseum Het Polderhuis in Westkapelle is ter ere van het zeventigjarig bestaan van de Zeeuwse Ringrijders Vereniging (ZRV) tot en met 7 maart 2020 een expositie over te zien over de club. Foto’s uit recente en vroeger tijden, lansen, ringen en zilveren bekers tonen dat de ZRV nog altijd in trek is.

Het was Piet Brasser die in 1950 het voortouw nam om de verschillende Zeeuwse ringrijverenigingen te verbinden en de sport te perfectioneren. Er werden afspraken gemaakt over de ringgrootte, spelregels werden vastgelegd en er werd een klassesysteem in het leven geroepen, waardoor er een competitie opgezet kon worden.

Erfgoed

In de loop der jaren is er het een en ander veranderd, maar de tradities worden graag in ere gehouden. Zo zijn het jonassen en de pollepel gevuld met brandewijn beroemd en berucht. Ringrijden is een typisch Zeeuwse sport waarbij de klederdracht een belangrijke rol speelt, en dan met name bij het sjezenrijden en demonstraties. De klederdracht is Zeeuws erfgoed en dat helpt de ZRV in leven te houden.

Weddenschap

Passanten blijven vaak gefascineerd even staan om te kijken of het de paarden en ruiters lukt om in galop de 38 millimeter grote ring te steken. Erika Toutenhoofd stond als jong meisje belangstellend naar de Zeeuwse trekpaarden te kijken. "Ik vond het zo mooi en ik wilde graag een keer meedoen, maar ik ben ook bang voor paarden en heb het bij die ene keer meedoen, voor een weddenschap, maar gelaten." Nu zit ze samen met zeven anderen in de jubileumcommissie van de ZRV en heeft meegewerkt aan het samenstellen van de jubileumexpositie in Het Polderhuis in Westkapelle.

Onverslaanbaar

De zestien afdelingen van de ZRV zijn verspreid over Walcheren en Zuid-Beveland. De vereniging heeft ongeveer negenhonderd leden, van wie er vijfhonderd actieve rijders zijn. Dit zijn zowel mannen als vrouwen. In 1968 kwam Marie Minderhoud als eerste vrouw op het podium van de ereklasse, met 28 van de 30 gestoken ringen. Acht jaar later, in 1976 won zij als eerste vrouw de koninklijke Julianabeker voor de eerste plaats tijdens een dagwedstrijd om de koninklijke bekers. "Marie Minderhoud was twintig jaar lang zo goed als onverslaanbaar", zegt voormalig secretaris Ko Jan Provoost. "Maar Krijn Coppoolse is, denk ik, de beste rijder ooit. Hij ziet iedere ring als een nieuwe uitdaging en is al jaren een stabiele rijder. Maar de concurrentie is in opkomst en dat maakt de competitie nog spannender."

Ringlopen

De jeugd krijgt veel aandacht binnen de vereniging. Elk jaar wordt het Zeeuws Kampioenschap ringlopen gehouden, waarbij kinderen tot twaalf jaar lopend met een lans ringen mogen steken. "Dit is vooral een gezellige activiteit voor de jeugd, maar het ringlopen is ook een goede manier om het ringsteken te oefenen", zegt Provoost. "Ik heb het vroeger ook gedaan. Ik hing een bus met een ring tussen de poort en ging oefenen. Ik ben namelijk pas op mijn 24e begonnen, en dat was volgens mijn vader twaalf jaar te laat. Maar in de 44 jaren die volgden heb ik niet onverdienstelijk gereden, al zeg ik het zelf."
Vanaf twaalf jaar mogen jongens en meiden meedoen aan de wedstrijden van het ringrijden en er is geen bovengrens. Zo lang iemand op een paard kan blijven zitten, mag hij of zij meedoen.

BIJDRAGE MARIELJA TEN BRUGGENCATE



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief