De Joodse journalist en presentator Frits Barend geeft op 4 mei in Vlissingen een lezing over antisemitisme.
De Joodse journalist en presentator Frits Barend geeft op 4 mei in Vlissingen een lezing over antisemitisme. Foto: Neeltje Kleijn

Frits Barend: ‘Mijn tweede naam Jelle draag ik met trots’

Door: Britta Janssen Algemeen

VLISSINGEN - Met de Joodse uitdrukking ‘Zolang wij ze blijven herdenken, blijven ze leven. Pas als we niet meer aan ze denken, zijn ze er ook echt niet meer’ in zijn achterhoofd houdt Frits Barend (74) op 4 mei in Vlissingen een voor iedereen te volgen lezing over discriminatie, racisme en antisemitisme (Jodenhaat) in het bijzonder. “Ik ben dankbaar dat ik hierover mag spreken”, zegt de Joodse journalist en presentator. “Dat doe ik als eerbetoon aan Jelle en Jeltje. Ik leef dankzij hen.”

Het Friese echtpaar Jelle en Jeltje de Vries bood Frits’ ouders en broer Bert - Frits was nog niet geboren - in de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven onderdak op hun boerderij. Frits kwam na de oorlog ter wereld, in 1947 in Amsterdam. “Ik werd niet, zoals de traditie, naar mijn vader of grootvader vernoemd, maar kreeg de naam Frits. Die kon je makkelijk in Fritz veranderen, zou er weer oorlog uitbreken, was de gedachte van mijn ouders. Dat begrijp ik. Mijn tweede naam, Jelle, draag ik met trots.”

Besmettelijke ziekte

Aan het levensverhaal van Frits Barend gaat meer heldhaftig optreden vooraf. Terwijl vele Joodse mensen vanuit de werkkampen naar doorgangskamp Westerbork werden afgevoerd, bleef Frits’ vader Philip, die met zijn vader in het werkkamp zat, dit lot bespaard dankzij overtuigend liegen van ziekenhuispersoneel. Philip mocht zijn echtgenote Betty bezoeken in het ziekenhuis voor de bevalling van hun eerste kind, Bert. “De artsen lieten mijn vader bij mijn moeder blijven door tegen de Duitsers te zeggen dat hij een besmettelijke ziekte had. De Duitsers waren daar als de dood voor. Zo redden de artsen mijn vaders leven. Anders waren hij en mijn moeder en broer bijna zeker afgevoerd en een paar dagen later dood geweest.”
Frits had het ziekenhuispersoneel graag bedankt. “Heeft het voorliegen van de Duitsers gevolgen voor hen gehad? Ik weet het niet en zal het waarschijnlijk nooit weten.” Frits’ oma en andere familieleden zijn vergast. Zijn opa kwam om in werkkamp Seibersdorf in Polen. Hier onthulde Frits in 2016 een plaquette ter nagedachtenis aan alle overledenen.

Verketterd

Samen met zijn echtgenote Marijke Barend-Van Haeften bracht Frits in 2017 het boek ‘Matzes en Mie’ uit. Hierin beschrijven ze hun beider familiegeschiedenis. Marijke’s familie overleefde de Japanse kampen. ‘Frits en ik hoefden over veel zaken niet te spreken, omdat we ze als vanzelf begrepen’, schrijft Marijke in het boek. “In een huwelijk hoef je het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar het wordt moeilijk als je over grote thema’s anders denkt”, zegt Frits daarover. De twee leerden elkaar in hun tienerjaren kennen. “In het begin wist Marijke niet dat ik Joods was. Dat zegt genoeg over hoe zij naar de wereld kijkt. Mijn moeder (sinds hun scheiding in Frits’ jeugd heeft hij geen contact meer met zijn vader, redactie) leerde mij niet te denken in wij en zij. We zijn allemaal gelijk en het leven is niet zwart-wit. Ze vertelde dat een Nederlandse buurvrouw mijn ouders verraden heeft en een Duitse ‘Grüne’ mijn ouders en broer juist redde. Bij een huiszoeking zei de Duitser dat er geen Joden waren, terwijl hij mijn ouders en broer, die wonder boven wonder stil in zijn wieg lag, wel gezien had. Duidelijker kan ik het niet uitleggen. Dit ontroert mij nog steeds.”
Marijke en Frits gaven hun kinderen Kim en Barbara mee nooit onderscheid te maken tussen mensen van verschillende rassen en leren dat nu ook hun kleinkinderen. Die boodschap brengt Frits ook dinsdag in de, nagenoeg lege, Vlissingse Sint Jacobskerk. Zijn lezing, en het panelgesprek erna, zijn voor iedereen gratis online te volgen. In ‘Matzes en Mie’ schrijven Marijke en Frits dat antisemitistische incidenten nog steeds voorkomen. Bijvoorbeeld in de door Frits zo geliefde voetballerij. “Ik heb me altijd ontzettend druk gemaakt om racisme in stadions. Daarvoor zijn Henk (Henk van Dorp, met wie Frits onder meer het televisieprogramma ‘Barend & Van Dorp’ maakte, redactie), die altijd loyaal aan me is gebleven, en ik verketterd door voetbalorganisaties. Dan was het: ‘daar heb je hem weer’ of ‘het valt toch allemaal wel mee’. Natuurlijk word ik er moedeloos van dat je bijvoorbeeld nog steeds spreekkoren hoort bij voetbalwedstrijden. Maar ik vind dat we discriminatie nooit mogen accepteren. Daarom blijf ik ertegen in opstand komen, ook al heb je soms keihard tegenwind.”

Jelle

Tijdens hun onderduikperiode is het gezin Barend met veel liefde opgevangen door Jelle en Jeltje. “Na de oorlog wilde mijn broer daar niet weg. Toen mijn ouders naar Amsterdam terugkeerden, heeft hij dagenlang gehuild. Voor hem waren Jelle en Jeltje zijn ouders. Hij noemde hen heit en mem, Fries voor vader en moeder. Hij sprak ook alleen nog Fries. Voor de veiligheid van haar zoon accepteerde mijn moeder dit en cijferde zichzelf weg.”
Frits’ ouders en Jelle en Jeltje leven inmiddels niet meer. “Nadat onze vader ons gezin verliet, heeft Bert heit altijd als zijn vader beschouwd. We hebben tot hun dood een hechte band met Jelle en Jeltje gehad.” Frits is naar Jelle vernoemd en een van zijn kleinkinderen ook. “Dat vind ik prachtig. De naam Jelle mag nooit verloren gaan in onze familie.”

Lezing

Het programma op dinsdag 4 mei duurt van 15.00 tot 17.00 uur en is live te volgen via de website van de organiserende Stichting Oorlogsjaren Vlissingen. Na zijn lezing neemt Frits Barend deel aan een panelgesprek met Aad Vos van Stichting Synagoge Middelburg en Jonathan van Caspel, adviseur van de organiserende stichting. De middag is zonder kosten en aanmelding te volgen via www.oorlogsjarenvlissingen.nl.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief