Strandschoonmaker Harry Honsbeek.
Strandschoonmaker Harry Honsbeek. Foto: Robbert-Jan Hanemaaijer

‘Die blauwe vlag, daar doe ik het allemaal voor’

Door: Joep Bremmers Algemeen

VLISSINGEN - Weer of geen weer, Harry Honsbeek (57) ruimt van april tot eind september de rotzooi op de Vlissingse stranden op. Dit jaar doet hij het voor het elfde jaar op rij. Als werknemer van Orionis is hij in de zomermaanden gedetacheerd bij de gemeente Veere die het strandbeheer uitvoert, de rest van het jaar werkt hij bij gemeentewerken aan de Vredehoflaan. “Je moet altijd met de zon mee werken. Anders pak je jezelf, dan zweet ik me rot.”

Zijn werkgebied bestrijkt officieel het Badstrand en het Nollestrand, maar Harry ziet het ruimer; tot aan strandpaviljoen Piet Hein ruimt hij alle achtergelaten en aangespoelde rommel op en in het Nollebos raapt hij ook wel eens iets op. “Als het warm is begin ik om zes uur, anders om zeven uur”, vertelt Harry. “Dan werk ik zo’n vier tot vijf uur en dan ben ik klaar. Maar vaak kom ik ‘s avonds ook nog even terug, dan werk ik ook nog vier uur. De mensen komen als het strandweer is al vroeg naar het strand en dan moet het eigenlijk al netjes zijn.”

Walvis
Harry komt de gekste dingen tegen op het strand en verbaast zich erover dat er zo ontzettend veel troep wordt achtergelaten. “Telefoons, dooie zeehonden en een paar jaar geleden ook een walvis. Dat ik een dood schaap vond was het ergste. Mensen zitten een meter naast de prullenbak en donderen alles neer, onvoorstelbaar.” Maar het is niet alleen de rommel die badgasten achterlaten, volgens Harry wordt er ook nog altijd ontzettend veel troep door schepen overboord gegooid.

Blauwe vlag
“En in de zomer is er ook vaak een markt op de boulevard. Dan weet je wel wat een bende het de volgende dag is, echt een zwijnenstal. Alles waait het strand op, wat een bende is het dan.” Maar toch is Harry blij met zijn werk. “Het is leuk werk. Ik werk voor de blauwe vlag, als die weg is heeft Vlissingen toch echt wel een probleem. We krijgen ook controle. Je weet niet wanneer ze komen en je ziet ze niet, maar ze zien mij wel. Dus het strand moet elke dag schoon zijn, ook al komt er geen kip.” Ook de strandbezoekers zijn doorgaans blij met de inzet van Harry. “Ik krijg wel eens koffie van mensen van de strandhuisjes, die zien wat ik doe en waarderen het ook echt.”

Ongeval
Het had niet veel gescheeld of Harry was deze zomer helemaal niet op het strand geweest, afgelopen winter werd hij geschept door een auto toen hij de Dreesstraat overstak. “Kijk, hier... blijvend letsel”, en Harry laat zijn rechteroor zien waar inderdaad een forse hap oorschelp ontbreekt. “Ik had drie gebroken rugwervels en heb nog geluk gehad dat ik niet verlamd ben. Onder begeleiding van twee politiemotoren met ik met 180 kilometer per uur met de ambulance naar Rotterdam gebracht. Die mannen van de ambulance waren verbaasd dat ik alweer zo snel bij bewustzijn was. Ik heb vijf weken in het ziekenhuis gelegen maar gelukkig weer helemaal hersteld.” Het seizoen loopt voor Harry inmiddels zo’n beetje ten einde. “Dan ga ik weer terug naar gemeentewerken aan de Vredehoflaan. Dat vind ik ook prima werk. Het is afwachten of ik volgend jaar weer terug mag komen. Het ligt eraan wat de gemeente doet, maar ik ga er vanuit dat ik er gewoon weer ben.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief