Jan Luysterburg met in zijn hand een prijs die hij won met een verhaal in het dialect en zijn boek dat op 12 september uitkomt: '’t kom d’ammel goed'.
Jan Luysterburg met in zijn hand een prijs die hij won met een verhaal in het dialect en zijn boek dat op 12 september uitkomt: '’t kom d’ammel goed'. Foto: Marilyn Pietersz

'Het dialect, dat is mijn moedertaal'

Door: Eugene de Kok Algemeen

HOOGERHEIDE- Lang hoeft hij niet na te denken over de vraag waar zijn passie voor het dialect vandaan komt. “Vooral als ik mijn gevoelens wil verwoorden, dan druk ik mij het beste uit in het dialect. Dat is mijn moedertaal.” 

Aan het woord is dialectkenner Jan Luysterburg. “Als ik dialect met iemand praat, klinkt het vertrouwd.” Volgende week zaterdag (12 september) presenteert de sympathieke Hoogerheidenaar zijn boek vol verhalen in het dialect getiteld '’t Kom d’ammel goed'.

Tonpraetavond

In de zaal van Non Plus Ultra reikt hij het eerste exemplaar uit aan dialectprofessor Jos Swanenberg. Al ruim een kwart eeuw houdt Jan Luysterburg zich intensief bezig met dialecten. “Hoe langer ik ermee bezig ben, hoe meer ik ontdek. Wat een rijkdom.” Bij hem thuis spraken ze dialect, maar de interesse in zijn streektaal begon in 1983 toen hij meedeed aan een tonpraetavond in Hoogerheide. Onlangs was zijn verhaal ’t Bangeske genomineerd voor de Dialectpenning van het Brabants Dialectenfestival. “Voor het eerst in 22 jaar was een West-Brabander genomineerd.” Dit verhaal leidde uiteindelijk tot zijn boek. “Mijn vrouw las het verhaal en zei: 'Je kunt onderhand wel een boek uitgeven'.” Dat klopte. Luysterburg had meer dan genoeg materiaal voor een boek.

Sprookje

De gewezen onderwijzer leerde zijn leerlingen vroeger zo netjes mogelijk te praten. “En nu ben ik een grote promotor van het dialect.” In 2004 schreef hij zijn eerste verhaal in het dialect voor het blad ‘Brabants’ op uitnodiging van de toenmalige hoofdredacteur en dialectpromotor bij uitstek, wijlen Michel de Koning. “Een sprookje over de zeven hoofdzonden.” Sindsdien is Luysterburg niet meer gestopt met schrijven in het dialect. Hij is hoofdredacteur van het blad en met een andere grootheid op dialectgebied, Cor Swanenberg, zit hij in de redactie van ‘Het Brabants Boekske’, een variant op het Boekenweekgeschenk.

D'n Ouwe Tol

Luysterburg is geboren in het ABG te Bergen op Zoom. “Ik heb maar zes dagen in Bergen gewoond, hoor”, zegt hij met pretoogjes. Zijn voorouders aan vaderskant kwamen allemaal van D’n Ouwe Tol. Daar is hij ook opgegroeid. Zijn moeder is een Ossendrechtse. D’n Ouwe Tol is een buurtschap tussen de Heimolen en Zuidgeest. Tot aan de herindeling in 1997 behoorden al deze plaatsen tot Woensdrecht; nu zijn deze onderdeel van Bergen op Zoom. Luysterberg woont al meer dan vijftig jaar in Hoogerheide en van lieverlee is er veel Hoogerheidens in zijn Ouwetolse dialect geslopen. “Mijn dialect uit Ouwe Tol wordt bijna niet meer gesproken. Naast mij is er nog één persoon die het spreekt, Joke Demmers.”

Mèske

Een groot verschil tussen het dialect van Woensdrecht en Ouwe Tol is bijvoorbeeld de uitspraak van het woord meisje. “Hier zeggen we ‘maske’ en in Ouwe Tol Mèske.” Een kenmerk van het dialect in de Zuidwesthoek is het vele gebruik van w en j in woorden. “We zeggen dwood voor dood of brjeed bij breed. Er ontstaat zo een drieklank”, vertelt Luysterburg. 

Hij richtte een dialectgroep op die onderdeel is van Heemkundekring Het Zuidkwartier. Deze club heeft een Woensdrechts woordenboek uitgebracht. Nog altijd is hij zeer productief. Wekelijks schrijft hij een column over het dialect in de krant en hij geeft lezingen. Aanmelden voor de 12 september kan via luysterburg01@ziggo.nl.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief