Rien Stuijts aan het werk in zijn werkplaats.
Rien Stuijts aan het werk in zijn werkplaats. Foto: Tess Mutsters

De stoelenmatter van Zundert

Door: Tess Mutsters Algemeen

ZUNDERT - Het ambacht van stoelenmatten en mandenmaken is al eeuwen oud. Inmiddels zijn er nog slechts een stuk of tien mensen in Nederland die het beroep op professionele basis uitoefenen. Rien Stuijts (68) is daar één van. 

Rien Stuijts begon zo’n 25 jaar geleden hobbymatig met het maken van manden. “We hadden een oldtimer,” vertelt hij met een glimlach. “Daar wilde ik een mand op zetten en die wilde ik graag zelf maken. Toen ben ik op zoek gegaan naar iemand die mij dat kon leren. Ik bleek dit vak erg leuk te vinden, dus toen ben ik voor vier maanden naar Zwitserland gegaan om daar stage te gaan lopen. Ik werd daar toen aangemoedigd om ook meteen het stoelenmatten te doen. Dat heb ik gedaan en zo ben ik uiteindelijk hier beland.”

Hobby

Rien werkte bij de douane. Toen daar een reorganisatie aan zat te komen, besloot hij ontslag te nemen en van het stoelenmatten zijn fulltime baan te maken. Dat doet hij nu dus al een flinke tijd, maar hij is het nog lang niet beu. “Ik heb van mijn hobby echt mijn werk kunnen maken. Ik probeer al vier jaar om het wat rustiger aan te doen, maar dat lukt toch niet,” lacht hij.

Bij Rien kan iedereen terecht voor een reparatie van het vlechtwerk in stoelen en hoewel er niet veel stoelenmatters meer zijn, is er nog wel veel klandizie. Al een paar jaar werkt hij met een flinke wachtlijst. “Momenteel staat die wachtlijst op zo’n drie maanden, maar in de drukke periodes kan dat makkelijk oplopen naar een half jaar,” vertelt Rien. Mensen komen van heinde en verre om hun stoelen door hem te laten repareren. “Mijn klantgebied ligt zo ongeveer van Amsterdam tot Brussel, dat is dus best een flink gebied.”

Trots

Dat zijn ambacht een uitstervend beroep lijkt te zijn, doet hem pijn. “Ik vind het ontzettend jammer dat steeds minder mensen dit lijken te gaan doen. Door bijvoorbeeld stagiaires en dergelijke te nemen probeer ik toch het ambacht nog een beetje in leven te houden.” Hij ziet zelf echter ook dat in zijn vak vooral ouderen werken. “Het zijn allemaal grijze koppen en dan valt er wel eens iemand uit. Zelf ben ik ook de jongste niet meer,” lacht hij.

Rien noemt zijn ambacht ‘een geweldig mooi beroep’ en hij doet het dan ook met veel liefde en passie. Eén van de mooiste dingen van zijn vak vind hij dat hij er mensen blij mee maakt. “Ze gaan altijd tevreden weer weg en als je dan iemand met zo’n stoel weg ziet lopen denk je: kijk dat heb ik gemaakt. Dan ben je ook trots.”

Rien kent bijna alle patronen uit zijn hoofd. “Ik doe dit al zo lang, dat ik er bijna niet meer over na hoef te denken,” legt hij uit. ‘In het begin was dat heel anders, toen deden mijn handen altijd verschrikkelijk zeer. Je bent continu bezig met je handen en je vingers en die zitten steeds tussen dat vlechtwerk en dat schuurt er dan ook langs.”

Inmiddels zijn zijn handen echter aan het werk gewend, al komen daar nu af en toe wel wat ouderdomskwaaltjes bij kijken. “Artrose waarschijnlijk ofzo,” zegt Rien schouderophalend. Het kan hem niet zo veel schelen. Het leukste vind hij het als hij een opdracht binnenkrijgt waar hij het patroon nog niet zo goed van kent. “Dan moet ik daar echt even voor gaan zitten en goed denken hoe ik dat dan moet gaan doen, want ik wil het wel altijd precies hetzelfde maken als het origineel.”[n]



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief