
Hans van der Ende: ‘Ik beschouw RBC echt als mijn kindje’
Door: Amy Klaverveld AlgemeenOndernemers zijn vaak dag en nacht bezig met hun onderneming. Maar wat drijft hen? Wat is hun motivatie? En waar liggen zij ‘s nachts van wakker? In ‘Aan de keukentafel met...’ gaan we met hen in gesprek en gaan we op zoek naar het bijzondere verhaal dat zij te vertellen hebben. Deze week: Hans van der Ende
Hans, we kunnen wel stellen dat je een bekende Roosendaler bent. Geboren en getogen hier?
“Nee mijn roots liggen toch elders. Ik kom van boven de rivieren en ik begon mijn carrière in Vlaardingen, waar ik in een sportwinkel werkte. Op een dag benaderde een lokale voetbalclub HVO (Hechte Vriendschap Overwint) me met de vraag of ik iets voor hun vereniging kon betekenen. Dit was het begin van mijn betrokkenheid in de sportwereld. Ik heb me vooral beziggehouden met sponsoring, en ik genoot er echt van. Ik bracht allerlei mensen binnen, en dat verliep geweldig. Uiteindelijk begon mijn werk op te vallen, vooral bij een journalist in Vlaardingen, die tegen me zei: ‘Je moet serieus overwegen om in de betaalde voetbalwereld te stappen.’ Ik had geen idee hoe ik daarin terecht kon komen. Hij zei: ‘Daar kan ik je bij helpen.’ Het resultaat was een artikel over mij in de krant, en niet lang daarna ontving ik een telefoontje uit Roosendaal. Het was de voorzitter van RBC, die op zoek was naar een commercieel manager. We gingen zitten om te praten, en uiteindelijk nam ik de sprong naar RBC. Ik herinner me nog dat ik tegen mijn vrouw zei dat verhuizen geen optie was. Maar na verdere gesprekken met RBC keerde ik terug met het nieuws dat we wel moesten verhuizen. In juli 1994 begon ik bij RBC, en in oktober verhuisden we daadwerkelijk.”
Zonder twijfel de stap richting Roosendaal gezet?
“Ik had enige aarzeling, omdat mijn jeugd anders verliep dan ik had gehoopt. Op dat moment was onze zoon slechts twee jaar oud. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘Als ik deze stap zet, zal het veel van me vergen, en zal ik waarschijnlijk niet veel tijd voor hem hebben.’ Haar reactie was echter bemoedigend: ‘Hans, volg je droom, ik zorg wel voor de rest thuis.’ Dus besloot ik de sprong te wagen en heb dat dertig jaar lang volgehouden. Hoewel ik nog langer had kunnen doorgaan, voelde het uiteindelijk goed om te stoppen. Ik kijk met veel plezier terug op de BVO tijd. En gelukkig is thuis ook alles goed verlopen. Onze zoon voelt zich meer thuis in Brabant dan hij ooit in Vlaardingen zou hebben gedaan.”
Je geeft aan dat je geen makkelijke jeugd hebt gehad. Heeft dat invloed op je gehad?
“Ik ben altijd een vechter geweest, een doorzetter. Ik heb ooit geroepen dat ik een meneer in het profvoetbal wilde worden. Dat is me uiteindelijk wel gelukt. Als je kijkt, in de loop van mijn carrière, wat er bij functieomschrijvingen wordt gevraagd bij BVO’s. Tja, die had ik niet. Maar ik had wel de beste leerschool, op straat. Wat ik van veel mensen om me heen hoor, is dat ik een aanstekelijk enthousiasme heb en ik werk keihard en ik ben altijd mijn afspraken nagekomen. Uiteindelijk slaagde ik erin om van RBC, dat aanvankelijk bijna niets was, iets prachtigs te maken. En op een gepaste manier ben ik daar wel trots op.”
In je gedrevenheid en aanpak kom je over als een ondernemer. Heb je ooit overwogen om voor jezelf te beginnen?
“Ik heb er weleens over nagedacht ja, maar ik ben gelukkig in hetgeen wat ik doe. Ik benijd ondernemers totaal niet. Want als ik zie hoe het land en de economie in elkaar steekt, met alle wetten en regels, is dat voor mijn gevoel niet echt weelde. Ik denk eerder dat het onderhand een straf is om ondernemer te zijn. Als je ziet wat er allemaal bij komt kijken. Laat iemand maar opereren in de kracht die hij heeft. En mijn kracht is dat ik een winnaar ben. Ik vind het heerlijk om dingen op te zetten. Ik ben niet de jongen van: een leuk praatje, contract tekenen en de groeten, over een jaar loopt het over en dan kom ik nog wel een keertje langs. Nee, bij mij is het tekenen van het contract het startschot en dan kan de wedstrijd beginnen. Maar daarom voelde ik mij in mijn proftijd een zelfstandige. Ik werk binnen een organisatie, maar mijn voornaamste streven is altijd geweest om de organisatie te laten groeien, voortgedreven door mijn persoonlijke visie. Werken binnen een strikte bedrijfsomgeving maakt me echt ongelukkig. Geef me nooit een vast bureau, laat mij buiten spelen. Dat vind ik het heerlijkste.”
Nu zie ik je bijna wekelijks met een nieuwe RBC sponsor op LinkedIn staan. Waar eindigt het Hans?
“Het eindigt niet. Het is zo geweldig om te doen. En ik doe het puur als vrijwilliger maar ik ben weer thuisgekomen, bij mijn kind. Ik beschouw RBC echt als mijn kindje. Iedereen kent me hier in het gebied. Toen ik naar buiten kwam met het nieuws dat ik terug kwam bij het RBC, stond mijn telefoon roodgloeiend. ‘Hans, je bent weer terug! Dan komen wij ook weer terug.’ Je vraagt waar het stopt. Maar het stopt niet, het gaat maar door. We zitten nu op 200 sponsors, maar we komen van 30. En vergt veel relatieonderhoud.”
Heb je nu ook nog grote voorbeelden?
“In mijn leven zijn er twee mensen uit de wereld van betaald voetbal die een grote invloed op me hebben gehad. Ten eerste George Knobel, die tijdens mijn beginperiode bij RBC als manager werd aangesteld. Hij heeft me ontzettend veel bijgebracht over de valkuilen van het betaalde voetbal en andere waardevolle lessen. Ik ben hem daar zeer dankbaar voor. In feite heb ik nog iets bijzonders voor hem gedaan. Vlak voor zijn overlijden wilde hij zijn voetbalkind, Johan Cruijff, nog eens ontmoeten. Ik heb mijn uiterste best gedaan en het voor elkaar gekregen. Een andere persoon die een belangrijke rol in mijn leven heeft gespeeld, is Jan Brouwer, de algemeen manager die later ons ‘Team van het Millennium’ heeft samengesteld. Op een bepaald moment zei Jan tegen me: ‘Hans, we moeten Roosendaal in brand steken voor het RBC.’ Met wat knutselwerk is dat gelukt. Samen slaagden we erin om destijds enkele van de beste spelers uit de Eerste Divisie aan te trekken. Jan en ik organiseerden een oefencampagne die we de ‘RBC Zomer VoetbalTour’ noemden, met het motto ‘Als je niet speelt, ben je ook niets’. Ik heb veel geleerd van zowel Jan als George, en ik probeer die kennis door te geven aan de volgende generatie.”
Met wie zou jij eens aan de keukentafel willen zitten?
“Kijk, de voetbalwereld is uiteindelijk ook een entertainmentwereld. En hij is al op hoge leeftijd, maar als ik met iemand aan de keukentafel moet zitten dan is het de degene die ooit als decorbouwer is begonnen. Joop van den Ende, dat vind ik een fascinerende man. Hij stond uiteindelijk met zijn stofjas en met hamers en spijkers een decor in elkaar te zetten. Hij heeft een prachtig mooi bedrijf neergezet. Daar heb ik veel respect en waardering voor.”[n]
Naam: Hans van der Ende
Leeftijd: 61 jaar
Getrouwd met: Hellen (57)
Kinderen: Bas (32)
Werkzaam bij: Orange Charging, onderdeel van Sakko Commercial
Verder nog bekend van: Mijn werk bij het RBC
Wordt blij en gelukkig van: ‘Als ik zie dat ik mensen gelukkig kan maken. Ik ben gepassioneerd met sport, met name voetbal. ‘Dat schrijven we hier thuis dan ook met hoofdletters.’
Hans van der Ende
