Defensie oefent met laagvliegen tijdens oefening Orange Bull

WOENSDRECHT - Defensie oefent tot en met 24 maart het laagvliegen tijdens de oefening Orange Bull. Het 336 squadron van de Luchtmacht oefent samen met het Korps Commandotroepen, 11 Luchtmobiele Brigade en Bijzondere Bijstandseenheden van de Marine. Ook in de omgeving van Woensdrecht kan deze oefening zichtbaar zijn. Bewoners kunnen de deelnemende vliegtuigen zien overkomen van en naar de oefenlocaties.

De oefening begon al op 13 maart, maar vindt plaats in een groot deel van Nederland. Er is dus niet iedere dag activiteit op dezelfde plaats. Binnen de daglichtperiode van de oefening bedraagt de minimale toegestane VFR-vlieghoogte 300 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met de oefening noodzakelijk is. AGL staat hierbij Above Ground Level en VFR voor Visual Flight Rules. Buiten de daglichtperiode van de oefening bedraagt deze minimale vlieghoogte 500 voet. 500 voet is omgerekend naar meters zo’n 150 meter en 300 voet is zo’n 100 meter. De tijden waarop gevlogen wordt zijn van 10.00 tot 12.00 uur, van 14.00 tot 17.00 uur en van 20.00 tot 23.00 uur lokale tijd.

Bij de oefening gelden wel een aantal voorwaarden, zoals het dusdanig kiezen van vliegroutes en -hoogtes om geluidshinder zoveel mogelijk te voorkomen. Op zaterdag 25 maart eindigt de speciale beschikking die het laagvliegen in Nederland voor deze oefening mogelijk maakt.