‘Slagwerkers moeten alles kunnen. Die zijn allround’

ZUNDERT - Net als zijn zus Loes belandde Hans van Overveld van huis uit al op jonge leeftijd bij Harmonie Nut en Vermaak. En net als zijn zus maakte ook hij zijn eerste muzikale stappen bij de drumband.

“Ik was toen zeven of acht jaar oud. We zaten dan met zijn allen rond de kachel met een paar stokken in de hand, waarmee we op de grond moesten oefenen. Zo werd er gekeken of je over ritmegevoel beschikte. Ik ben begonnen met een trommeltje in de drumband, tegenwoordig percussiegroep genoemd. Eigenlijk zit ik daar nog steeds bij, al ben ik vrij snel overgestapt naar de Harmonie. Daar heb ik alle slaginstrumenten wel in mijn handen gehad, voordat ik een jaar of vijftien geleden overstapte naar de pauken omdat mijn voorganger er toen mee stopte. Maar af en toe doe ik nog wel klein slagwerk, hoor, zoals de tamboerijn. Slagwerkers moeten alles kunnen. Die zijn allround.” Dat laatste blijkt ook wel uit het feit dat Hans van Overveld ook nog een tijdje de rol van tamboer-maître vervulde. “Dat betekent de bende een beetje in toom houden,” legt hij uit. “En dat ging altijd best goed.” Als bestuurslid verzorgde hij samen met zijn vrouw ook nog enige tijd de opleiding voor alle nieuwe leden. “In de glorietijd telde het leerlingenorkest wel dertig man.” De mooiste herinneringen koestert hij aan traditionele activiteiten als het dauwtrappen op Hemelvaartsdag, de serenades voor gouden, diamanten en briljanten huwelijksparen en het op maandag spelen op de Zundertse kermis. “Al is dat laatste helaas afgeschaft.”