Dagblad de Stem Kasteelplein.
Dagblad de Stem Kasteelplein. Foto: Stadsarchief

De Dagbladpers door de jaren heen: Herinneringen aan mijnheer Klaassen (3)

Door: Sandra Broosus Column

BREDA - Het standbeeld 'het heertje' is een klassieker. Zò'n identiek heer met zwarte bril in zwart pak was de archivaris van Dagblad De Stem, de heer Klaassen.

DOOR RINIE MAAS

'Het heertje' stond briljant uitgebeeld op de kop van de Veemarktstraat. Waar de archivaris de heer Klaassen stond, liever gezegd zat, weet ik maar al te goed.

Archeoloog

Zijn bureau waar hij de godganselijke dag als een archeoloog knipsels en foto's – met een zuinig trekje om de mond – in een lege, gebruikte enveloppe stak was pal onder het redactielokaal te vinden. Klaassen was een Zeeuw.

Televisie

Iedere dag legde ik, op weg naar de stype, voor hem hetzelfde pakket kranten op zijn bureau; de zeven edities van de krant, Breda, Oosterhout, Roosendaal, Bergen op zoom, Goes, Vlissingen en Terneuzen, terwijl hij naarstig doorwerkte aan het archiveren van het nieuws van de dag. Een beminnelijke man, Klaassen. Wat hem in 1964 in mijn ogen als jongste bediende annex correspondent 11305 vooral bijzonder maakte was dat hij als enige onder het personeel een televisie op zijn kamer had.

Erudiet

Klaassen, 'n type voorbeeldigheid. Onberispelijk geschoren en met geknipte nagels aan het bureau. Als een vlijtige Dar bezig foto's en brieven in een lichtgele enveloppe te stoppen om zo het krantenarchief actueel te houden, ook als was er sprake van een historisch verzameling. Ik betwijfel of de redactie veel beroep op hem deed. Zelden hoorde ik een klop op de deur als ik bij hem zat. Natuurlijk verzamelde hij ook berichten voor de knipselkrant. "Kijk eens wat ik hier heb", zei hij op een dag. "Mooi geschreven door jou 'n verslag over Zoetenaaie, de kleinste gemeente van België. Onthoud wel dat Vlaanderen broer en zusjessteden heeft. Je hebt ook Zoutenaaie". Meneer Klaassen was een erudiet. Het zou gek zijn als hij mij over het item niet onderwezen had.

'De Prul'

Als loopjongen van 'de Prul', zoals Dagblad de Stem ook wel werd genoemd, heb ik meer, dan elders, menig uur bij hem doorgebracht. Om eens even uit te rusten. Want een loopjongen loopt de zolen van zijn schoenen. Zoveel liep ik daar, principieel uitgezonderd voor privézaken. De heer Harckx, directeur, heeft dat geweten. Er moest een plant worden bezorgd. Hij belde mij het adres door. Mijn antwoord was, uit protest dat het met de zaak misschien niets te maken had, "dat hij zijn privézaken in eigen tijd moest regelen". Ik verdiende voor deze kinderslavenarbeid het eerdergenoemde loon onder de f.70,- per maand. "Lag dat inkomen aan het verkleinwoord 'jongste' vroeg ik hem op een dag. Ik kon hem verzekeren dat ik moest werken als 'een grote'. Opslag volgde!

Tour

Het aantrekkelijke van de kamer van Klaassen was dat hij als enige een televisie (zwart-wit) had. Nu achteraf verbaast het mij nog dat men daar zo'n beetje alles van mij door de vingers zag. In die zin was het een heerlijke eerste betrekking. Terwijl Klaassen brieven openden en sloot zette ik in de zomermaanden de televisie aan; nestelde mij in de hoek om uit te rusten; en volgde de Tour de France. Klaassen keek niet op of om. Ik weet ook niet meer of ik de uitslagen met de namen van Jo de Roo, Jo de Haan, Feder den Hertog, Jo de Haan en Gerben Karstens noteerde. In ieder geval spande de telefoniste Magda Brans zich in om de uitslagen netjes op een rijtje te krijgen. In 2019 heeft ze daar in dagblad BN/De Stem een ingezonden brief aan besteed. Ze belde de uitslagen door naar de bijkantoren. En…ze werden op grote witte vellen opgehangen in de vitrine van het hoofdkantoor in Breda waar zich rijen Bredanaars verzamelden. De tour was, door de afwezigheid van 'telefoontjes' toen nog een enorm mysterie. Wat gebeurde daar allemaaL? Ik was zes jaar toen Wout Wagtmans door de Fellenoordstraat op kop reed. Hij sloeg triomferend een gat van dertig meter, welwillend door het peloton toegestaan. Die dag won hij de etappe A'dam-Brasschaat. De vreugde kende geen grenzen.

Postzegelkas

Door Nol mijn voorganger werd ik op de hoogte gesteld van het beheer van de postzegelkas. "Daar viel mee te matsen!". Met verbazing hoorde ik hem aan. Je kon met wat extra kilometers zelf een felicitatie of deelnemingskaartje van de krant bezorgen. De postzegel stak je in je zak. Van de afname op het postkantoor moest je het getal rond houden, benadrukte Nol geroutineerd. Hij had ook te maken met brieven onder nummer die de facturiste vergat aan te kruisen. Die brieven waren onverzendbaar. Hij bekende dat hij thuis een zak vol op de vliering had verborgen. Zijn broer had hem gevonden en de opslag verbrand. Hij had hem wel bedreigd. "Jij gaat nog eens naar de tuchtschool".

Gelukkig waren het geen drugs!



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief