Terechte sluiting woning met hennepkwekerij na familiedrama Etten-Leur

ETTEN-LEUR - De Raad van State heeft woensdag in hoger beroep gesteld dat toenmalig burgemeester van Etten-Leur Heleen van Rijnbach-de Groot bij het sluiten van een woning aan de Landmanweg in haar recht stond. De woning werd, na het voor de tweede keer aantreffen van een hennepkwekerij, in 2016 voor drie maanden gesloten.

De eigenaresse van het huis ging in hoger beroep. In maart 2015 vond in de betreffende woning een familiedrama plaats, waarbij de twee kinderen van de vrouw vermoord werden door haar ex-man. Volgens de vrouw bezocht ze nadien de kinderkamer in de woning in het kader van de rouwverwerking. Zij stelt dat de sluiting van de woning haar belemmerde in haar rouwverwerking en extra leed heeft toegebracht. Ook heeft het, gelet op de reacties op sociale media, geleid tot reputatieschade volgens de vrouw.

De Raad van State oordeelt echter dat de gevolgen van de door de burgemeester opgelegde sluiting niet onevenredig zijn. De eigenaresse van het pand woonde daarbij vanaf 12 februari 2016, de sluitingsdatum, al niet meer in de woning. Het heeft dus niet geleid tot het dakloos worden van de vrouw. Ook is in het oordeel meegenomen dat de vrouw de woning, nog voor de sluiting was opgelegd, te koop had gezet en dat zij de woning na de sluiting niet meer bezocht heeft.

In het pand werd in maart 2015 een hennepkwekerij met 304 planten gevonden. Op 17 december 2015 werd opnieuw een hennepkwekerij aangetroffen. De wet bepaalt dat een burgemeester een woning dan voor de duur van drie maanden mag sluiten.