Het stadhuis werd in 1621 gebouwd naar een ontwerp van Melchior van Herbach.
Het stadhuis werd in 1621 gebouwd naar een ontwerp van Melchior van Herbach. Foto: Ties Steehouwer
SERIE

Gemeentehuis staat al 399 jaar in het hart van Klundert

Door: Ties Steehouwer Algemeen

KLUNDERT – "Iedere Klundertse heeft een stadhuisje in zijn hart." De uitspraak van de nog niet zo lang geleden overleden amateur historicus Joost Knook, en hoewel het fraaie gebouw aan de Stadhuisring al 23 jaar geen gemeentehuis meer is geldt hij nog steeds. Dat bleek onder anderen toen de eigenaar, de gemeente Moerdijk, 20 jaar geleden het plan opvatte om eeuwenoud meubilair uit het pand te verkopen en ook toen twee jaar geleden de restauratie van onder andere de ramen slecht werd uitgevoerd. Verdriet alom in de vestingstad maar ook verontwaardiging en verzet, een groot deel van de inwoners werd in het hart geraakt.

Dezelfde Joost Knook van hierboven was jarenlang gemeentebode van Klundert. Naast een vlotte pen beschikte hij ook over een fijne tekenstijl. Beiden gebruikte hij om een boek te schrijven over het stadhuis waarvan de tweede druk nog steeds te koop is bij de Heemkundekring Die Overdraghe. Prins Maurits schonk bij akte van 26 november 1620 een bedrag van 2000 gulden "vant maecken van een nieuw stadthuys". Bovendien kregen de bestuurders van Klundert een machtiging van de prins om een extra bierbelasting te mogen heffen. Ook schonk Maurits de benodigde hardsteen. Toen het bouwwerk werd aanbesteed bleek de geraamde 5000 gulden ontoereikend.

Onderhoud

De plaats Clundert werd in 1558 gesticht en kreeg in 1583 een omwalling. De schout, de twee burgemeesters (een voor binnen en een voor buiten de vesting) en de schepenen vergaderden tot 1621 in de tegenwoordige Oosterstraat en Molenstraat. De totale kosten van het nieuwe stadhuis op het markveld zouden zeker 3400 gulden meer bedragen dan begroot en Maurits schonk een extra bedrag van 3000 gulden aan Klundert. De conditie was wel dat alle verdere kosten van de bouw en van het onderhoud voor rekening van de inwoners van Klundert zouden komen, die moesten beloven om het gebouw "nu ende alle toecomenden" tijden in goede staat te zullen onderhouden.

Vlaamse renaissance

Het gebouw werd in 1621 gebouwd naar een ontwerp van Melchior van Herbach uit rode en gele bakstenen. Het gebouw heeft twee trapgevels waartussen een zadeldak is aangebracht. Boven de ingang, die voorzien is van een bordes met toegangstrappen, bevindt zich een topgevel die versierd is met klauwstukken, obelisken en een gebroken fronton. Daarop bevindt zich een beeld van Vrouwe Justitia. Direct boven de ingang bevindt zich in een cartouche het wapen van Prins Maurits. De beide leeuwen op de balustrade van het bordes houden respectievelijk het wapen van Noord Brabant en Klundert vast.

Restauraties

Het rijkelijk met natuurstenen ornamenten versierde uiterlijk van het gebouw is in de loop der eeuwen nauwelijks veranderd, maar de inrichting is sterk gewijzigd. Aanvankelijk was er aan de binnenzijde geen verbinding tussen de begane grond en de eerste verdieping. Tot 1945 woonde beneden de veldwachter 't Jong en zijn gezin. Ook was er het politiebureau en twee cellen. Later was daar de gemeente secretarie gevestigd en werd er binnen een trap naar boven gemaakt. Daarvoor kon men alleen via de buitentrap naar boven. Het gemeente archief bevond zich tot na de oorlog op zolder. Om de voorkomen dat het door oorlogshandelingen vernietigd zou kunnen werd het naar de kelder gebracht. Ook niet veilig omdat een groot gedeelte door de Watersnood in 1953 verloren ging.

Geschiedenis

Het spreekt van zelf dat het stadhuis in bijna 400 jaar heel wat Klundertse geschiedenis aan zich voorbij heeft zien trekken. De eerste twee eeuwen van zijn bestaan was het betrekkelijk rustig, maar in 1793 belegerden de Franse troepen de stad. Zij veroverden de stad maar werden bij Willemstad tegengehouden. De Fransen vernielden de portetten van de Oranjes, sloegen de twee stenen leeuwen op het bordes kapot en schilderden het wapen van Maurits blauw. In 1847 werd het stadhuis even kazerne en in 1918 werden de Belgische vluchtelingen uitgewuifd. Bijna alle Oranjes bezochten in al die jaren het stadhuis en wuifden het volk vanaf het bordes toe. In 1944 werd het licht beschadigd en in 1953 stond het gedeeltelijk onder water. Sinds 1968 is het gebouw erkend als rijksmonument. Nu is het boven een trouwlocatie en zitten er beneden kantoren.

Afbeelding


Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief