Mannetje van Willemstad.
Mannetje van Willemstad. Foto: Rijksmuseum van Oudheden
CANON VAN MOERDIJK

Vele archeologische vondsten in de bodem in gemeente Moerdijk

Door: Ties Steehouwer Algemeen

MOERDIJK - Het grondgebied van de gemeente Moerdijk is voor archeologen niet het meest interessante onderzoeksterrein in Nederland. Dit komt omdat veel oude bewoningssporen zijn weggespoeld tijdens de overstromingen en de restanten van bewoning die er nog wel zijn onder dikke veen- en kleilagen verborgen liggen.

Toch zijn het Mannetje van Willemstad, de restanten van Fort Noordam, het kasteel van Zevenbergen, de Noordertoren en losse vondsten in Klundert boeiende archeologische vondsten.

Het mannetje van Willemstad

In 1966 werd tijdens de werkzaamheden aan de Volkeraksluizen per toeval een eikenhouten beeldje gevonden. Op ongeveer acht meter diepte lag het beeldje met de vorm van een mensenhoofd. Het is 12,5 centimeter hoog en wordt gedateerd op ongeveer 5300 voor Christus. Een bijzondere vondst omdat het een van de vroegste menselijke afbeeldingen in Noordwest-Europa is. Bovendien is het een aanwijzing om te geloven dat op het grondgebied van onze gemeente al in de Steentijd (Mesolithicum van ±8000 tot ± 4500 voor Christus) mensen woonden. Het kan ook zijn dat het niet in deze contreien is gemaakt maar door rivieren in dit gebied terecht is gekomen.

Fort Noordam 

Het fort Noordam bestond al in 1579 en tijdens de tachtigjarige oorlog was het een belangrijk fort ter verdediging van Holland tegen de Spanjaarden. De soldaten die in 1590 door een list met het turfschip Breda in konden innemen, waren op fort Noordam gelegerd. Het fort lag ongeveer twee kilometer ten noordoosten van Zevenbergen en had de vorm van een onregelmatige vijfhoek, gedeeltelijk omgeven door omwalling en deels door muren met daaromheen water. Bij het fort was een haven, waar schepen door militairen konden worden doorzocht. Nu ligt er een oude vuilnisbelt overheen.

Het kasteel van Zevenbergen

Tussen de Doelstraat, Stationsstraat, Neerhofstraat en Pastoor van Kessellaan bevinden zich onder de grond de resten van het kasteel van Zevenbergen dat heeft bestaan tussen 1290 en 1730. Het kasteel werd gebouwd door de heren van Strijen. Latere bewoners waren Jean de Ligne en Margaretha van der Marck. Na de dood van Jean de Ligne in 1568 heeft Margaretha het stadsbestuur overgenomen, maar is ze wel uit Zevenbergen vertrokken. Nadat zij stierf in 1599, raakte de band tussen Zevenbergen en de familie Aremberg losser en werd het kasteel nog slechts af en toe als zomerverblijf gebruikt.

Verval

Het kasteel kreeg het in deze periode zwaar te verduren omdat ten tijde van de tachtigjarige oorlog de heerschappij in Zevenbergen regelmatig tussen de Spanjaarden en de Geuzen wisselde. In 1573 werden Zevenbergen en het kasteel ingenomen door Kolonel van Dorp. Van Dorp gaf de opdracht gebouwen rondom het kasteel tot de grond toe af te breken en het kasteel in brand te steken. Nog geen twintig jaar later werd het kasteel nog een keer in brand gestoken, toen graaf van Mansfeldt in 1590 uit Zevenbergen werd verdreven. Het kasteel werd daarna aan verschillende mensen verhuurd en raakte steeds verder in verval. In 1728 werd daarom besloten het kasteel af te breken. In 2013 werden funderingen bloot gelegd.

De Noordtoren

In 1946 werd in de Lobbekenstorenstraat een fundering van een 13e -eeuwse toren gevonden. Door de naam van de straat werd gedacht dat het om de Lobbekenstoren ging die vroeger deel uitmaakte van het kasteel van Zevenbergen. Maar dit is niet mogelijk, omdat het kasteel en de Lobbekenstoren ten zuiden van de stad gelegen waren en de fundering die in de Lobbekenstorenstraat werd gevonden aan de noordzijde van de stad lag. In bronnen wordt aan de noordkant van Zevenbergen de Duiventoren of Noordtoren genoemd. Vóór de inpoldering van de Noordtorenpolder stond de toren waarschijnlijk direct aan open water. De naam van Duiventoren wijst erop dat de toren gebruikt werd voor het houden van duiven. In 1577 werd de toren opgeknapt en werd er een zolder ingelegd, waarna de toren als pakruimte gebruikt werd. Nu rest alleen nog de fundering.

Losse vondsten in Klundert

Naast de resten van grotere gebouwen, worden ook veel kleinere vondsten gedaan. In Klundert zijn er bijvoorbeeld veel pijpenkoppen rondom het stadhuis gevonden. De kleinere pijpenkoppen die hier worden opgegraven dateren uit 1620-1630. Ze zijn klein, omdat de tabak in die periode nog erg duur was. De grotere koppen dateren vanaf de Franse Tijd. In die periode was de aanvoer van tabak gemakkelijker geworden, daalde de prijs en konden de pijpen groter worden.

Zandberg

Een andere interessante archeologische plaats is Zandberg, nu begraven onder het industrieterrein Moerdijk. De plaats wordt in de dertiende eeuw al vernoemd als plek waar een klooster werd gesticht. Van het klooster is niets opgegraven, maar er is wel een regenput vol met afgedankte huisraad gevonden. In deze put zaten onder andere een boterschaal uit ongeveer 1750, ongeveer 30 pijpenkoppen en zo’n 5000 scherven van gebroken aardewerk.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief