Roosendaal doet geen onderzoek naar uithuisplaatsingen door toeslagenaffaire

ROOSENDAAL - Het is voor de gemeente Roosendaal onmogelijk om uit te zoeken of er ook Roosendaalse kinderen onterecht uit huis zijn geplaatst als gevolg van de toeslagenaffaire. Dat laat het college weten op vragen van de lokale D66-fractie.

Uit informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) is gebleken dat in de periode van 2015 tot 2020 niet minder dan 1115 kinderen van slachtoffers van de toeslagenaffaire onterecht uit huis zijn geplaatst. In de gemeente Roosendaal is bekend dat er zeker 56 Roosendaalse gezinnen slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire. De D66-fractie wilde weten of er bij deze gezinnen ook kinderen onterecht uit huis zijn geplaatst, maar dat is volgens de gemeente niet mogelijk.

“Dit kunnen we niet. In onze gegevens is geen koppeling mogelijk tussen de toeslagenaffaire en de jeugdbescherming op cliëntniveau. Ook in het onderzoek van het CBS is geen oorzakelijk verband onderzocht, maar de samenloop tussen toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen, ongeacht de aanleiding. Het is niet zo dat als je schulden hebt, je kinderen uit huis worden geplaatst. Er spelen altijd meerdere factoren. Daar wordt zeer zorgvuldig naar gekeken”, laat het college weten.

Verder heeft de gemeente ook geen rol in de beslissing tot uithuisplaatsing. “De Raad voor de Kinderbescherming beoordeelt op het moment dat zij onderzoek doen of er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor het kind, of dat de veiligheid in het geding is. De rechtmatigheid van een verzoek tot uithuisplaatsing wordt beoordeeld door de kinderrechter.” De gemeente kan hier dan ook geen actie op ondernemen.