Hans van Meer en Willemijn de Jongh: 'De discussie of er over tien jaar nog wel winkels bestaan is wel een uitdaging'
Hans van Meer en Willemijn de Jongh: 'De discussie of er over tien jaar nog wel winkels bestaan is wel een uitdaging' Foto: Weekblad de Bode
AAN DE KEUKENTAFEL

Hans van Meer en Willemijn de Jongh: ‘Eigen zaak gaat 24 uur per dag door’

Door: Addo Sprangers Algemeen

Ondernemers zijn vaak dag en nacht bezig met hun onderneming. Maar wat drijft hen? Wat is hun motivatie? En waar liggen zij ‘s nachts van wakker? In ‘Aan de keukentafel met...’ gaan we met hen in gesprek en gaan we op zoek naar het bijzondere verhaal dat zij te vertellen hebben. Deze week: Hans van Meer en Willemijn de Jongh, eigenaren van Van Meer Schoenen.

Van Meer heeft een lange historie. Hoe is dat begonnen?
Hans: Ik ben de derde generatie. Opa is ooit gestart in 1936 met een klompenhandel. Het was gewoon langs de boeren met de fiets om klompen te slijten. Er was toen nog geen winkel. Die is pas ontstaan in de jaren ’50. Rond 1953. Maar dat was nog heel mondjesmaat met schoenen. Daarna zijn drie zonen alle drie na hun trouwen met een winkeltje gestart. Mijn vader in Rijsbergen. Mijn opa ging met de jongste zoon naar Sprundel. De oudste zoon heeft lang op de baan gezeten en ging later naar Gilze toe. Er waren dus drie winkels, allemaal onder dezelfde paraplu. De derde generatie is neef en nicht. De winkel in Gilze had geen opvolging en stopte in 1997. Sprundel en Rijsbergen zijn doorgegaan. We hebben de bedrijven wel financieel uit elkaar gehaald, maar doen veel samen. Inkoop, website, en marketing.

Hoe was het als ‘zoon van’, want jullie woonden boven de zaak?
Hans: Er was altijd de winkel. Altijd schoenen. In die tijd kwamen vertegenwoordigers ook nog echt aan huis, met koffers. Ook ’s avonds was er altijd wel een vertegenwoordiger. Ik moest spelen tussen de vertegenwoordigers. Langzaamaan is het natuurlijk naar beurzen gegaan en kwamen die vertegenwoordigers niet meer aan huis. Mijn vader had alleen een dinsdagmiddagsluiting. En dan reed hij naar Waalwijk of naar Adidas in Etten-Leur om schoenen te halen. Dus hij was eigenlijk altijd wel bezig met de winkel. Als je daar nu op terugkijkt, dan denk je: ‘Hoe hebben ze dat ooit gedaan?’ Mijn ouders hadden geen personeel, dus ze deden alles met tweeën. Daar ben ik best trots op.

Jullie zijn allebei eigenaar. Hoe ben jij erin gerold, Willemijn?
Willemijn: Ik heb hiervoor bij een schoenfabriek gewerkt en bij een partycentrum. Daar zat ik nog in mijn proeftijd toen ik zwanger werd. Toen dacht ik: ‘Ik kan net zo goed in de zaak gaan werken in plaats van daar’. Toen ben ik thuisgebleven. Maar het is natuurlijk echt een familiebedrijf met een derde generatie. Je komt er eigenlijk een beetje als ‘koude kant’ bij. De echte oude klanten hadden het wel eens over Bertje Meiruh. Daar kon ik niet zoveel mee. Maar inmiddels ben ik wel ingeburgerd.
Hans: De oudere generatie zegt nog Jantje Meiruh, dat is met opa’s naam. Dus voor hen is Jantje Meiruh ook de naam van de winkel. Het maakt me best trots dat we al meer dan 85 jaar bestaan en dat nog steeds de naam van opa wordt gebruikt. Misschien zeggen ze straks wel Hansje Meiruh.

Jullie wonen naast de zaak en zijn allebei met de zaak bezig. Is het moeilijk om het werk dan los te laten en het ergens anders over te hebben?
Willemijn: Daar moet je echt tijd voor maken. De kinderen zeggen weleens: ‘Gaat het alwéér over schoenen?’ Maar het is ook hobby. En als je een eigen zaak hebt, gaat het 24 uur per dag door, hè?
Hans: Je bent er altijd mee bezig. Ik kijk op Facebook naar schoenen en ook als ik op het terras zit, kijk ik naar schoenen. ‘Kan dat bij ons in de zaak?’ denk ik dan.

Hans, is het jou allemaal met de schoenlepel ingegoten of heb je ooit andere ambities gehad?
Hans: Na de detailhandelsschool ben ik naar de heao gegaan. In die tijd wilde ik de zaak absoluut niet overnemen. Ik wilde iets doen met administratie en logistiek en heb vijf jaar in de exacte boekhouding gewerkt. Dat had ik zomaar kunnen blijven doen als ik niet tegen een bijna burn-out was aangelopen. Dat was in de jaren dat de IT alleen maar groeide. Het bedrijf werd drie keer overgenomen en we gingen van 50 man naar 2.000 man. Ik moest mensen aansturen in Zwolle, Eindhoven en Sliedrecht. Ik was toen 25 of 26 jaar, hartstikke jong nog. Het ging toen even mijn petje te boven en ik ging terug naar het veilige, warme nest. Mijn vader was toen 58 of 59 jaar oud, hij wilde rond zijn zestigste een beslissing nemen over het bedrijf. Ik kwam in loondienst een jaar in de winkel werken, dan kon ik het zien en ervaren. Het beviel eigenlijk meteen hartstikke goed. Toen zijn we het overnametraject ingegaan. Dat was in 2002. In 2004 heb ik de zaak overgenomen. Maar ERP-achtige software interesseert mee nog steeds eigenlijk.

En, Willemijn, komt er nog een vierde generatie in de zaak, denk je?
Willemijn: Nee. Ze kijken heel anders tegen winkels aan. Het is van ‘bestel maar’. Ik denk onze Tom nog eerder dan Sarah, maar ik zie het ze allebei niet overnemen.
Hans: Ik herken mezelf wel een beetje. Toen ik zo jong was, zag ik het ook niet zitten. Laat ze eerst maar vijf jaar ergens werkervaring opdoen. Ik zie het nu in Sprundel gebeuren. Daar is de jongste zoon naast leren ook elders gaan werken. Hij trekt nu steeds meer naar de winkelkant toe. Dus zeg nooit nooit. Ook een partner heeft er invloed op. Het is nu nog een ver-van-mijn-bedshow. Ik wil zelf zeker nog een jaar of tien doorgaan. De discussie of er over tien jaar nog wel winkels bestaan is wel een uitdaging. Daar gaat nog echt wel iets gebeuren. We hebben er wel eens aan gedacht om op een echte zichtlocatie te gaan zitten. Maar dat brengt ook risico met zich mee. Het is altijd een beetje kosten en baten afwegen.

Jullie doen de zaak met z’n tweeën. Dat is natuurlijk super gaaf. Hoe zou je de kracht van elkaar omschrijven?
Willemijn: Hans is supersociaal en supergeduldig. Dat uit zich vooral bij klanten die heel veel tijd nodig hebben.
Hans: Bij Willemijn is dat haar organisatietalent. Doordat ik inderdaad alles geef voor de klanten, vergeet ik heel veel om me heen. Het is fijn dat er op deze manier balans is. Want het kan achter de schermen een gigantische chaos zijn. En dan verzuip ik in mijn eigen chaos. Willemijn brengt daar wel een structuur in.

Tot slot de bekende vraag: met wie zou jij weleens aan de keukentafel willen zitten?
Hans: Dan ga ik het op muziek gooien en doe ik Acda en de Munnik. Ik ben in ieder geval fan van hen en zou ik dan ook wel graag een gesprek met hen hebben. Echt vanaf het moment dat ze bekend waren, heb ik ze gevolgd en al hun theatershows gezien.
Willemijn: Ik dacht eigenlijk aan een tweetal plaatselijke ondernemers: Jellie en Johan Bosma. We zijn een keer met de ondernemersvereniging op bezoek geweest. Zij hadden een leuk verhaal en zijn ook leuke personen.

Naam: Hans van Meer

Leeftijd: 49 jaar

Bedrijf: Van Meer Schoenen

Functie: Mede-eigenaar

Burgerlijke staat: Samenwonend met Willemijn, een zoon Tom (20) en een dochter Sara (16)

Hobby’s: Wandelen, zwemmen, fietsen, voetballen. Diverse sporten, maar niet heel fanatiek. Alles een beetje. Wandelen met de hond is ook iets wat ik in mijn vrije tijd veel doe. Lekker. Er is genoeg te wandelen hier in de buurt.


Naam: Willemijn de Jongh

Leeftijd: 49 jaar

Bedrijf: Van Meer Schoenen

Functie: Mede-eigenaar

Burgerlijke staat: Samenwonend met Hans, een zoon Tom (20) en een dochter Sara (16)

Hobby’s: Yoga en zwemmen, online dingen maken om te kunnen plaatsen op Instagram, Facebook of TikTok.

Afbeelding
Afbeelding


Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief