Stadsdichter Weterings: “niet iedere dichter kan stadsdichter zijn”
Door: Wies van Erp AlgemeenWOUW - Ivo Weterings is de nieuwe stadsdichter van Roosendaal. In zijn geval zou de titel wellicht beter gemeentedichter kunnen zijn, want Ivo Weterings wil een dichter zijn voor alle inwoners van de gemeente. Hierbij wil hij ook de dorpen een prominente plek op zijn dichtpodium geven. “Poëzie is een manier van verbinding zoeken, maar vooral het overbrengen van liefde voor het geschreven en gesproken woord”, zegt Weterings.
In het dagelijks leven staat Ivo Weterings voor de klas in groep 6 van basisschool de Baayaert in Wouw: “ik heb in mijn klas het gedicht van de week. Leerlingen schrijven zelf een gedicht en dat hangen we een week lang ingelijst aan de muur. Nu hangt er één en twee andere hebben zich al vrijwillig aangemeld.” Het is niet voor niets dat Weterings het maken van gedichten promoot in zijn klas. De liefde voor poëzie is bij hem ook op school ontstaan. “Mijn liefde voor poëzie komt vanuit de middelbare schooltijd. Ik probeer dat in mijn klas te promoten. Het is goed voor de ontwikkeling. Beeldend taalgebruik is anders dan beschrijvend. Je leert op een andere manier naar taal kijken en het te gebruiken.”
Nieuwe taal genereren
Nu de geboren Roosendaler stadsdichter is, wordt zijn podium groter. “Ik wil poëzie meer in de samenleving brengen en daar heb ik wel zin in. Een goed gedicht heeft meerdere lagen en iedereen moet er iets uit kunnen halen. Ik houd van poëzie die nieuwe taal genereert”, vertelt Weterings enthousiast. Van de stadsdichter wordt verwacht dat er minimaal zes gedichten per jaar worden geschreven, maar daar zit Weterings naar eigen zeggen al snel aan. “Je hebt geijkte momenten in een jaar, zoals Dodenherdenking en Bevrijdingsdag en de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente. Dit jaar is in het najaar ook de 80-jarige bevrijding die gevierd wordt. Zo loopt het lekker op en dan heb ik het nog niet eens over verenigingen die een jubileum te vieren hebben. Die wil ik zelf benaderen of zij mogen mij benaderen, maar die zes ga ik met gemak halen.”
“Poëzie geeft je de mogelijkheid om iets op een andere manier te verwoorden. Een bepaald gevoel weet je met poëzie net wel te treffen. Dat gaat met literatuur moeilijker. Ik zou ook graag hele verhalen en dikke boeken willen schrijven, maar met een gedicht ben je sneller klaar,” grapt Weterings. “Voor mij is poëzie het overbrengen van liefde voor het geschreven en gesproken woord.”
Niet iedere dichter kan stadsdichter zijn
Ivo Weterings werd unaniem gekozen bij de verkiezing voor nieuwe stadsdichter. Weterings vond het in eerste instantie een beetje dubbel, want poëzie is voor hem geen wedstrijd. Het is naar zijn mening vergelijkbaar met kunst: “Aan kunst of andere creatieve uitingen is eigenlijk geen wedstrijd te koppelen.” Toch is Weterings wel van mening dat een stadsdichter aan bepaalde criteria moet voldoen. “Niet iedere dichter kan stadsdichter zijn. Een gedicht van een stadsdichter moet voor iedereen duidelijk zijn. Je schrijft tenslotte voor een groot publiek.”
Een belangrijk speerpunt voor Weterings is het zoeken van verbinding. Hij is ervan overtuigd dat dit kan met gedichten. “Niet voor niets ging één van mijn gedichten die ik moest insturen voor de verkiezing over de F58, het snelfietspad tussen Roosendaal en Bergen op Zoom.” Weterings zond dit gedicht bewust in, omdat het voor hem staat voor de verbinding tussen Roosendaal en Bergen op Zoom. Maar het zorgt ook voor verbinding tussen de tussenliggende dorpen: “Met de auto zoef je over de A58 snel voorbij alle dorpen. Met de F58 niet, dan fiets je erdoorheen.” De basisschoolleerkracht ziet de verbinding en de samenwerking ook op andere vlakken. “Neem bibliotheken en ziekenhuizen. Die werken al samen, maar we moeten op meer vlakken samenwerken. Scholen bijvoorbeeld, daar kan nog meer worden samengewerkt.”
Zijn meest recente gedicht was afgelopen zaterdag tijdens Dodenherdenking in Roosendaal.
