Johan Francke van de ZB met een papegaai van De Klepperhoeve
Johan Francke van de ZB met een papegaai van De Klepperhoeve Foto: Edwin Mijnsbergen

Zee(uw)post 1780 met Johan Francke van ZB: ‘De sockelade niet vergete’

Door: Edwin Mijnsbergen Algemeen

MIDDELBURG - Veel brieven die in de 17de en 18de eeuw werden geschreven en overzee werden gestuurd, kwamen nooit aan. Een groot deel werd buitgemaakt. Dat gebeurde in één van de vier oorlogen tussen Groot-Brittanië en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De brieven belandden uiteindelijk in The National Archives in Londen. Daar zijn ze in 1980 ontdekt door de Nederlandse historicus Braunius. Een aantal brieven is gefotografeerd, getranscribeerd en vertaald. Ze worden ontsloten via de website van ZB Bibliotheek van Zeeland, onder de noemer Zee(uw)post.

Johan Francke van ZB geeft regelmatig tekst en uitleg bij de gedigitaliseerde brieven. Zo ook bij de brief die Middelburgse Adriana Goeree op 6 juni 1780 stuurde naar haar zoon Jan, waarin ze hem vraagt om cacao en een papegaai mee te nemen uit West-Indië. Francke vertelt erover in kinderboerderij De Klepperhoeve in Middelburg, omdat vrijwilliger Ruud daar regelmatig is te vinden met zijn prachtige papegaaien. Voor de gelegenheid nam Ruud twee van zijn dieren mee.

‘De sockelade niet vergete.’
Francke: “De Middelburgse weduwe van Jacobus van de Sande, Adriana Goeree, schrijft op 6 juni 1780 aan haar zoon Jan Wicars van de Sande die zich tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) aan boord van het schip de Vreede in West-Indië bevindt. De dagtekening laat een verwarrende datum zien, 1708, maar uit andere brieven uit deze postzak is bekend dat deze van 1780 dateren. Uit de woorden van de moeder kan worden opgemaakt dat Jan de enige zoon van de weduwe is. Ze verlangt er erg naar om hem weer te zien, maar beseft dat ze geduld zal moeten hebben. Zelf is ze gezond gebleven, maar Jans zus Cornelia is tien dagen erg ziek geweest, maar nu aan de beterende hand. Kennelijk is Jan voor het eerst het zeegat uitgegaan, want ze informeert of het varen hem bevalt en vraagt of hij de kapitein wil gehoorzamen, omdat die als een vader over zijn schepelingen waakt. Dat is een nogal erg rooskleurige voorstelling van zaken voor de marine, maar Adriana lijkt de kapitein persoonlijk te kennen. Ze vraagt haar zoon evenwel ook God als leidsman te nemen.

Curiositeit
Uit deze brief, ditmaal aan de schepeling gericht in plaats van andersom, blijkt de curiositeit van opvarenden die ver van huis waren en met andere werelden in contact kwamen. Er wordt nadrukkelijk gehengeld naar cadeaus. Adriana vraagt haar zoon namelijk om een papegaai mee te nemen en ook chocolade. Kennelijk gaat Adriana ervan uit dat de cacao kant en klaar als chocolade uit West-Indië wordt aangevoerd. Wel is ze er van op de hoogte dat papegaaien geld kosten, want het is de bedoeling dat de kapitein die aankoopt. Lotte, de oude papegaai was namelijk doof en inmiddels overleden, maar daarmee was de papegaai beter af, aldus Adriana. Ze doet hem de groeten van de oude Liesbeth, voor wie de chocolade is bestemd, en van haarzelf aan de kapitein en hoopt haar zoon weer gezond terug te zien.”

Meer brieven
De brieven van Zee(uw)post zijn te vinden op de website van ZB Bibliotheek van Zeeland: https://digitaal.dezb.nl/zeeuwpost.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief