Gemeentebestuur Vlissingen blij met antwoorden over marinierskazerne

VLISSINGEN - Wethouder Albert Vader van de gemeente Vlissingen is niet ontevreden met de antwoorden van staatssecretaris Barbara Visser van Defensie op vragen over de verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen.

Visser zei deze week te willen wachten met het saneren van de grond in Vlissingen, tot na het debat in de Tweede Kamer over de verhuizing. Dat vindt nog voor oktober plaats. Daarna kan het werk worden gegund.

Bedoeling was dat de voorbereidingen voor de bouw, waaronder het saneren, eind juni zouden beginnen.

Vervuiling

In haar brief aan de Tweede Kamer benadrukt Visser overigens dat het al jaren bekend is dat een paar van de ruim 70 hectare is vervuild. Over de verdeling van de saneringskosten zijn volgens Vader al in een vroeg stadium afspraken gemaakt. “Wat dat betreft is er geen nieuws onder de zon”, zegt de wethouder. “Dat laat ze duidelijk weten in haar brief. De keren dat de Tweede Kamer hierover is geïnformeerd staan er zelfs bij.”

Uitstroom

Visser gaat ook in op de hoge uitstroom bij het Korps Mariniers. Dat baart haar zorgen. De vakbond heeft de verhuizing naar Vlissingen aangewezen als één van de belangrijkste oorzaken.

Het aantal mariniers dat vertrekt is hoger dan andere jaren, maar bij het Korps Commandotroepen en de Luchtmobiele Brigade is het percentage nog iets hoger. “Visser stelt wel onomwonden dat ze zich wil houden aan het besluit uit 2012 om de kazerne naar Vlissingen te verhuizen. Wat dat betreft ben ik blij met de antwoorden. Ze geeft exact aan wat er is afgesproken. We zijn wel onaangenaam verrast hoe het haar brief toch in negatieve zin wordt geframed.”