Vera van Haaften verkleedt zich regelmatig als ‘echt’ Zeeuws meisje

Vera van Haaften heeft wel een hele bijzondere hobby. Regelmatig loopt ze namelijk verkleed rond. En dan niet in normale verkleedkleren, nee Vera verkleedt zich graag als een echt Zeeuws meisje.

DOOR JACOLINE DE BOER

Hoewel Vera niet thuis in de polder van Oud-Vossemeer is geboren voelt ze zich wel een echt Zeeuws meisje. Ze gaat naar de plaatselijke basisschool en ze kan zelfs een beetje Zeeuws praten. Haar opa en oma dragen al jaren met bepaalde gelegenheden klederdracht en hebben Vera besmet met hun enthousiasme.

Een beetje raar
Toen Vera drie jaar was droeg ze voor het eerst Zeeuwse klederdracht. Hoe het precies zat weet Vera niet meer. “Ik denk dat mijn opa en oma vroegen of ik het ook leuk zou vinden. Opa en oma dragen al jaren met bepaalde gelegenheden Zeeuwse klederdracht. Toen ik het voor het eerst aanhad vond ik het een beetje raar. Het is wel wat anders als normale kleding”, legt Vera uit.

Vroeger

Toch zette Vera die gedachte al snel opzij want sindsdien draagt Vera ongeveer 3 keer per jaar de kleding. De kleding wordt alleen gedragen met speciale gelegenheden. “Ik vind het leuk om op deze manier aan iedereen te kunnen laten zien hoe het er vroeger uitzag’. Vera deed als eens mee met een tv-programma wat ging over de klederdracht. Ze was toen zeven jaar en deed dit samen met haar opa en oma. In het programma ‘Mijn opa, mijn oma en ik’ laat Vera precies zien hoe de klederdracht eruitziet en legt ze uit waarom deze gedragen wordt. Als ik vraag aan Vera wanneer ze het het leukste vond om de kleding te dragen moet ze even diep nadenken. “Ik denk toch in Amsterdam. Ik was daar kortgeleden met mijn moeder, opa en oma. We gingen daarnaar toe om met een heleboel mensen gekleed in verschillende kleerdrachten een groepsfoto te maken. Eerder waren er in Goes al portretfoto’s gemaakt van mijzelf, mijn moeder, opa en oma in klederdracht’.

Dagelijkse dracht

Vera loopt in dagelijkse dracht. De dagelijkse dracht bestaat uit drie rokken over elkaar heen. Daarop volgt nog een schort van Merino wol. Onder het schort zit nog een hemdrok met daarover een katoenendoek en een beuk. Op het hoofd wordt nog een wit katoenen tupmutsje gedragen met daarin de bekende ( spiegeltjes) stikken die met een beugel het mutsje op zijn plaats houdt. “Mijn haar zit in een rol op mijn voorhoofd en met een vlecht ‘vastgespekt’ op mijn hoofd onder mijn tupmutsje’, legt Vera uit. Daaronder wordt nog een zwarte kous gedragen. Het was vroeger niet gewoon dat vrouwen hun blote benen toonde. Waar andere kinderen misschien gek op kijken is het voor Vera de normaalste zaak van de wereld om zich in de klederdracht te hijsen. Ze vindt het enorm leuk en ziet zichzelf dit nog wel wat jaartjes doen. “Het is wel heel warm, maar het is niet heel zwaar om te dragen. Ik ben blij dat ik gewoon naar school mijn eigen kleding aan kan. Ik zou het niet leuk vinden om dit iedere dag te dragen.”