Afbeelding
Foto: Remko Vermunt

Jeroen Kooren: ‘Ik krijg juist energie van een goede crisis’

Door: Remko Vermunt Algemeen

ROOSENDAAL - Jeroen Kooren is een geboren en getogen Rotterdammer. De ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit is hem dan ook op het lijf geschreven. Hij runt z’n eigen autobedrijf in Roosendaal, waarbij hij zich voornamelijk heeft gespecialiseerd in de Mercedes G-Klasse, Porsche en de Jeep Wagoneer.

Jeroen, je bent rond je 30e begonnen met Classic Master. Wat heb je daarvoor eigenlijk gedaan?

“Ik heb mijn school nooit afgemaakt, maar ik wist al op jonge leeftijd dat ik niet voor een baas wilde werken. Op mijn achttiende ben ik samen met mijn broer Michel voor mezelf begonnen. We hebben een broodjeszaak overgenomen in Oosterhout van een man die met pensioen ging. Ik zou hem in twee jaar tijd afbetalen, maar uiteindelijk draaiden we een goede omzet waardoor we hem binnen één jaar hebben kunnen terugbetalen.”

Je wilde niet voor een baas werken, waarom niet?

“Ik had geen zin om verantwoording af te moeten leggen. Dat wist ik al heel vroeg. Niemand die bij mij werkt hoeft dan ook verantwoording aan mij af te leggen. Als je dat als baas wel doet, dan haal je de ziel uit een persoon. Iemand moet volledig zichzelf kunnen zijn en met passie zijn werk kunnen uitoefenen. Natuurlijk hebben je medewerkers soms feedback of sturing nodig, maar door iemand verantwoording af te laten leggen beperk je mensen.”

Daarom begon je dus, samen met je broer, als zelfstandig ondernemer van een broodjeszaak. Hoe ging dat?

Dat ging goed. We draaiden het eerste jaar een mooie omzet en vanaf toen zijn we eigenlijk ieder jaar in september een extra zaak gaan openen. Op onze hoogtijdagen hadden we acht zaken en zo’n honderd man personeel in dienst. Je werd geleefd en ik kende de mensen allemaal niet meer bij naam. Het werd onpersoonlijk, dus toen hebben we een aantal zaken verkocht. Mijn broer heeft nog even de Delifrancé in Breda gehouden en ik die in Spijkenisse, maar inmiddels is dat klaar.

Sindsdien focus je je helemaal op Classic Master. Hoe is dat ontstaan?

Het is zo’n twaalf jaar geleden begonnen als hobby. Vanuit een loods in Heijningen begon ik met de verkoop van echte oldtimers uit de jaren ‘60 en ‘70, denk bijvoorbeeld aan de Jeep Wagoneer. Later heb ik daar op luchtgekoelde Porsche’s aan toegevoegd. Dat was een hele sprong, maar daar was op dat moment meer vraag naar. Een paar jaar geleden hebben we nog een specialisatie toegevoegd: De Mercedes G-Klasse. En hoe begon het? Ja, het begon gewoon met het importeren van één auto. En één worden er dan twee, twee worden er vier en inmiddels zijn we gegroeid naar zo’n 110 tot 120 auto’s in de showroom.

Je bent begonnen in Heijningen, maar inmiddels zit je in Roosendaal?

Ja, zo’n zeven of acht jaar geleden zijn we naar Roosendaal verhuisd. Een Kever kan je nog vanuit een loods verkopen, maar als je auto’s van dertig- of veertigduizend euro gaat verkopen, wil je toch een showroom die past bij dat segment en volgend jaar verhuizen we naar een nieuwe zichtlocatie langs de Rijksweg en we willen nog een extra pand kopen zodat we een voorraad hebben van zo’n 200 auto’s.

Je bent klein begonnen, maar inmiddels verkoop je aan mensen vanuit de hele wereld. Wat is het geheim?

Je moet kunnen schakelen. Letterlijk. Als ik dezelfde weg had bewandeld als een paar jaar geleden, dan was ik nu misschien wel failliet geweest. Je moet inspringen op kansen en vooruitdenken. Als je continu op dezelfde manier door blijft etteren, dan gaat het geheid een keer mis. Ik zit nu in de auto’s, maar ik koop en verkoop zo nu en dan ook een pandje. Maar ik ben bijvoorbeeld ook mondkapjes gaan verkopen. Daar verdienen we niet veel aan, maar we hebben inmiddels toch een miljoen van die dingen verkocht. Als ik altijd was blijven focussen op de Jeep Wagoneer, dan was ik nu klaar geweest. Je moet inspelen op de tijd.

Maar is het dan altijd goed gegaan?

Nee, natuurlijk niet. Iedere ondernemer ziet wel eens een keer zwarte sneeuw. Wij hebben bijvoorbeeld nooit een kruiwagen gehad en we hadden in principe niemand die wel eens zei: ‘Het komt wel goed’. Maar, uiteindelijk leer je van dat soort momenten en het is belangrijk om op die punten te schakelen. Je moet toch voor brood op de plank zorgen, dus je kan niet stil gaan zitten.

Je bent natuurlijk geboren en getogen in Rotterdam, de stad van de ‘niet lullen, maar poetsen’-mentaliteit. Past dat bij jou?

Jazeker. Ik kom uit een echt arbeidersgezin en op mijn veertiende was ik al aan het werk. Daarnaast zijn we niet van die praatjesmakers. Natuurlijk mag je genieten als het goed gaat, maar dat hoef je echt niet aan iedereen te laten zien. Sterker nog, we spreken elkaar binnen dit gezin erop aan als het ook maar lijkt alsof we aan het pronken zijn.

Hoe heb jij eigenlijk deze coronaperiode beleefd?

De coronacrisis biedt alleen maar mogelijkheden. De eerste week was het bij ons heel even wat rustiger, maar toen heb ik al meteen gezegd: ‘Dit wordt ons beste jaar ooit’. Ik krijg energie van een goede crisis. Er zijn zoveel kansen op de markt. Verschillende ondernemers hebben meteen op de rem getrapt bij de uitbraak van het coronavirus. Ze verkochten een auto en de winst hielden ze als buffer. Ze durfden niet meer te investeren en ze gingen interen op de voorraad. Wij hebben juist 200 procent gas gegeven en dat heeft z’n vruchten afgeworpen. Normaal verkopen we zo’n honderd auto’s per jaar en dit jaar halen we de 400 auto’s. Met het nieuwe pand wat we volgend jaar gaan betrekken, ziet onze toekomst er alleen maar rooskleuriger uit.

Laatste vraag alweer, met wie zou jijzelf aan de keukentafel willen zitten?

Ik kan eigenlijk niemand noemen. Ik kijk niet echt op tegen iemand en er is niet per se iets dat ik wil leren. Voor mij is iedereen gelijk. Het belangrijkste voor mij is dat mensen vol enthousiasme zitten. Ik luister graag naar mensen die met passie over iets praten. Of dat nou werk is of relaties of de kinderen. Als het maar gezellig is.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief