Burgemeester Marleen Sijbers geeft een toespraak tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Hervormde Kerk van Stavenisse
Burgemeester Marleen Sijbers geeft een toespraak tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Hervormde Kerk van Stavenisse Foto: Screenshot Omroep Tholen

Burgemeester houdt toespraak tijdens herdenkingsbijeenkomst in Hervormde Kerk Stavenisse

Door: Bregje Kop Algemeen

STAVENISSE - Vandaag is het 70 jaar geleden dat Nederland, en de gemeente Tholen, hard getroffen werden door de Watersnoodramp. In de gemeente waren ten tijde van de ramp veel slachtoffers te betreuren. In Stavenisse vielen de meeste slachtoffers, namelijk 153. Ook in Sint Philipsland lieten 9 mensen het leven. Daarnaast was er veel materiële en immateriële schade. Om 10.00 uur vanochtend ging de herdenkingsbijeenkomst in Stavenisse van start met een stille tocht vanaf dorpshuis De Stove richting de Hervormde Kerk. Daar gaf burgemeester Marleen Sijbers een toespraak. 

Lees hier een deel van de toespraak van burgemeester Sijbers:
“Wij allen zijn naar deze plek te komen om op deze koude, winderige dag tot uitdrukking te brengen dat we niet zijn vergeten wat u is overkomen. Aan alle aanwezige kinderen, de moeilijke taak, om deze herinnering in leven te houden. De verhalen over de Watersnoodramp gaan over verdriet, dood en ontreddering, maar ook over elkaar weer vinden. Hulp bieden in nood en over nieuw begin. Er niet over kunnen of willen praten, maar ook verdriet een plek geven. Over de kracht van water, kracht om samen verder te gaan. 

Hoe vind je nog de juiste woorden, nieuwe woorden, oprechte woorden, voor een gebeurtenis van 70 jaar geleden die het leven in Nederland, op Tholen en hier in Stavenisse, voorgoed veranderde. Wat is nu nog niet gezegd? Of is alles al gezegd, beschreven, gearchiveerd? Hebben we geleerd ermee te leven? Met verdriet, angst en gemis. En hebben we geleerd van fouten van toen?

Afgelopen weken is er enorm veel aandacht geweest voor de ramp. Zowel lokaal, regionaal als landelijk. Dat is goed, dat is nodig. In de eerste jaren na de ramp was het heel hard werken. Het was letterlijk en figuurlijk een kwestie van overleven. Pas 40 jaar later kwam er een landelijke herdenking. Maar wel of geen herdenking, bij veel ouderen in onze gemeente is de herinnering aan de ramp iets wat zij hun hele leven met zich meedragen. Nu ik mijzelf een beetje Zeeuw mag noemen, weet ik uit ervaring dat de sporen van de ramp nog steeds in de haarvaten van onze samenleving zitten. Mezelf Zeeuw noemen doe ik met bescheidenheid en voorzichtigheid, want ik ben niet van hier en ik ben van na de ramp. De Watersnoodramp is hier op het eiland nog wel het grote markeringspunt; ben je van voor of na de ramp. 

Wij staan vandaag stil bij die vreselijke nacht. In de nachtelijke uren braken de dijken en kwam het water. Op sommige plaatsen kwam dit water met een vernietigende kracht en steeg het water snel. In alle getroffen gebieden was het water vernietigend. Mensen, dieren, gebouwen en gewassen; de zee die nam. Regelmatig ga ik op bezoek bij oudere mensen. Wat mij telkens enorm raakt is dat bijna altijd de ramp aan de orde komt. Wat het voor deze mensen betekend heeft, wie er overleden zijn, maar ook onuitwisbare indrukken van de periode erna. 

Maar ook wordt heel vaak gezegd dat de eerste jaren niet gesproken weer over de ramp. Mensen waren blij en dankbaar dat ze er nog waren. Wat hen overkomen had was erg, maar er waren altijd mensen die het moeilijker hadden. Het kan misschien ook helpen om je op andere te concentreren en niet op jezelf. Het dwingt je om verder te gaan. 

De hulp die we kregen op het eiland kende vele gezichten: directe hulp, hulp bij het bergen van verdronken mensen en dieren, bij brengen van verschrikkelijke boodschappen, bij dichten van dijken en bij het herstel. Met handen, materieel of met geld. Alle hulp was nodig en een oprechte dank is hier dan ook op zijn plaats. Het leert ons dat men die hulp ontvangen heeft in tijden van nood, niet zal schromen om hulp te bieden als anderen in nood zijn. Dat geldt tot de dag van vandaag. 

Verdriet heeft vele gezichten, iedereen gaat hier op zijn eigen manier mee om. Sommige wonden gaan nooit meer dicht. En van tijd tot tijd gaan ze toch weer open. Er blijven altijd vragen. Waarom zij wel en ik niet? Hoe had dit voorkomen kunnen worden? Iedereen voert hierin zijn eigen strijd. Dat neemt niet weg dat de ramp ons bindt. Samen moeten we ervoor zorgen dat nieuwe generaties het niet vergeten. In de wetenschap dat er niet te spotten valt met de kracht van de natuur en de vernietigende kracht van het water. Want, die strijd van Nederland en Zeeland, tegen het water, is nog altijd niet gestreden. Vandaag is het 1 februari en is het 70 jaar geleden dat de ramp zich voltrok. Maar wat ik mij tot enkele jaren geleden niet echt beseft heb, is dat de ramp zich niet alleen beperkte tot die ene nacht of die ene dag. Het duurde nog maanden totdat alle dijken dicht waren, het land weer droog was en het leven weer een beetje, en heel voorzichtig, op gang kwam. Zo stond hier, in deze kerk, het water tot drie meter en 20 centimeter hoogte. Het zout zit nog steeds in de onderkant en in de stenen. 

De gaten in de dijken zijn gedicht, maar de vele lege plekken aan tafel zijn gebleven. Net zoals dat de herinneringen ook blijven bestaan. Laten we samen stilstaan bij deze ramp. Laten we denken aan hen die ons ontvallen zijn en zij die, ondanks het verdriet, verder moesten gaan. Laten we dankbaar zijn voor alle hulp die we kregen na de ramp en alten we de kracht van het water nooit meer onderschatten en onze dijken en de bescherming, die we zo hard nodig hebben, heel serieus nemen. Op dat wij nooit meer vergeten.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief